Naar inhoud springen

Schapenzuring

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Rumex acetosella)
Schapenzuring
Schapenzuring
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Geavanceerde tweezaadlobbigen
Orde:Caryophyllales
Familie:Polygonaceae (Duizendknoopfamilie)
Geslacht:Rumex (Zuring)
Soort
Rumex acetosella
L. (1753)
Schapenzuring
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Schapenzuring op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Schapenzuring (Rumex acetosella) is een vaste plant die behoort tot de duizendknoopfamilie (Polygonaceae). De tweehuizige plant komt voor in Europa.

De plant wordt 10-60 cm hoog en vormt veel en lange ondergrondse uitlopers. De 3-7 cm lange, spiesvormige bladeren zijn omgekeerd-eirond tot lijnvormig. Schapenzuring bloeit van mei tot de herfst met meestal groene of lichtrood aangelopen pluimen. Soms zijn ze donkerrood. De 1-1,5 mm lange vruchtkleppen (binnenste bloemdekbladen) zijn niet of nauwelijks langer dan de vrucht. Ze zijn ongetand en zonder knobbels. De vrucht is een driekantig nootje. In een gram zaad zitten circa 3800 zaden.

Schapenzuring komt voor op droge, stikstofhoudende, kalkarme en zure zand-, heide- en veengrond. De plant wordt beschouwd als onkruid als ze voorkomt tussen de roggeplanten.

Plantengemeenschap

[bewerken | brontekst bewerken]

Schapenzuring is een indicatorsoort voor struisgrasvegetaties (ha), een karteringseenheid in de Biologische Waarderingskaart (BWK) van Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De jonge blaadjes kunnen gegeten worden en smaken fris zuur door het aanwezige oxaalzuur. Ook worden ze gebruikt voor het bereiden van vleesgerechten. De bladeren zijn rijk aan vitamine A, vitamine B, vitamine C, vitamine D, vitamine K en vitamine E en bevatten 8-12% carotenoïden.

Rumex is Latijn voor werpspies en de aanduiding acetocella heeft betrekking op de zure smaak van het blad. De Nederlandse naam duidt op het voorkomen op schraal grasland dat alleen geschikt is voor begrazing door schapen.